De onrust van de emoties

Wanneer we voortdurend vanuit onze emoties leven, dan zijn we als kurk op een golvende zee.  We worden meegesleurd door de woestheid van het water en weten niet waar we zullen uitkomen.

Een emotionele persoon laat zich leiden door hetgeen van buitenaf komt.  Positieve zaken zoals een compliment, goed nieuws of bevrediging van het verlangen zorgen voor positieve emoties zoals blijdschap, tevredenheid of geruststelling.  Negatieve zaken van buitenaf zoals kritiek, tegenslag of weerstand zorgen dan weer voor negatieve emoties zoals angst, depressief gevoel of teleurstelling.  Deze emoties kunnen erg vlug omslaan van positief naar negatief of omgekeerd.

We leven in een tijd waar de emoties hoogtij vieren.  Het emotionele wordt aangewakkerd door de tijdsgeest.  De mens is hier ook door gevoeliger en minder IK-sterk geworden.  We voelen ons vlugger aangevallen, we worden sneller agressief, we kunnen minder op tegen moeilijkheden en zoeken voortdurend naar genotsvolle prikkels om onze tegenslagen te verwerken of onze pijnlijkheden te verdringen.  De mens is hierdoor zwakker geworden.  We verwachten van buitenaf de energie, de eigenwaarde, de zelfbevestiging, de goedkeuring en de appreciatie.  We merken echter hoe vluchtig ons geluk is en hoe snel we vervallen in een gevoel van leegte, verveling, ontevredenheid en minderwaardigheid.  In deze tijd blijven de angsten en depressies ook toenemen.  Het heil wordt dan gezocht in de pijnstillers, anti-depressiva of angstmedicatie.  Maar met enkel deze zaken kan er nog geen grote innerlijke tevredenheid en rust tot stand komen.

De huidige mens is vergeten dat hij of zij in staat is om gedachten te vormen en meer meester over zichzelf kan zijn door middel van heldere gedachtesturing.  De gedachte staat boven het gevoel en het gevoel staat boven de emotie.  De emoties zouden we kunnen zien als zeer onrustige en chaotische bewegingen.  Zonder een goeie leiding zijn ze onvoorspelbaar.  Een gevoel is nog iets anders.  Gevoelens of gewaarwordingen zijn rustiger van aard.  Ze worden meer gedragen door een heldere gedachte.  Bijvoorbeeld kunnen we het gevoel van schoonheid ervaren bij het opmerkzaam en geconcentreerd aanschouwen van een berg.  We verliezen ons niet in subjectieve emoties, maar nemen de berg aandachtig waar.  We bemerken objectief de contouren, de kleuren, de begroeiingen en kale top,…  Vanuit deze bewuste mentale voorstelling ontstaat dan de gewaarwording.  De gedachte staat hier dus niet gelijk met een onrustig piekerdenken.  In dit laatste geval vermengen de wisselvallige emoties zich in het denken.  Ze verstoren de helderheid van de gedachte.

De heldere gedachte zorgt voor sturing, ordening, overzicht, concentratie en leiding over de lagere wezensdelen (gevoelens, emoties, lichaam).  Je zou als beeld de wagenmenner kunnen gebruiken.  In de dialoog ‘Phaedrus’ van de Griekse filosoof Plato komt dit beeld ook naar voren.  De verstandige en bezielde mens staat mooi opgericht en houdt de teugels van de paarden in de hand en zorgt dat de paarden de juiste koers varen.  Van de heldere gedachte gaat er een sterke werking uit.  Vanuit de heldere gedachte kan men meer relativeren, onderscheiden, doorzien, wijselijk beslissen en juister oordelen.  Het maakt de mens sterk in zijn denken, voelen en in de wil.  Het maakt de mens waarlijk mens.  Er ontstaat meer zelfvertrouwen, stabiliteit en innerlijke rust.